In de baan met Selma Konijn

In deze nieuwe rubriek 'In de baan met...' vertelt Selma over haar weg naar de Olympische Spelen in Parijs 2024, de faciliteiten van de WAB die haar training ondersteunen en hoe ze haar passie voor kanosprint combineert met haar studie Orthopedagogiek. Ze deelt haar ervaringen over de trainingsmogelijkheden, het team dat haar ondersteunt en de kleine maar belangrijke details die het leven als atleet een stuk aangenamer maken.
Terug

Het gaat lekker met kanosprintster Selma Konijn. In het voorjaar van 2024 kwalificeerde ze zich voor de Olympische Spelen in Parijs en dat is voor het eerst in meer dan dertig jaar dat een Nederlands damesteam K2 daarin slaagt. Hier gingen heel wat trainingsuren aan vooraf, die ze op de Willem-Alexander Baan doorbracht; op het water en in het krachthonk, maar ook buffelend in de studieruimte. Want deze topsporter studeert en werkt ook. Op de WAB kan dat allemaal.

Ruim, schoon en alle afstanden trainen: ‘De WAB heeft het echt voor elkaar’

Topatleet-proof

“Wat de baan geschikt maakt voor topatleten is onder andere dat je er al je afstanden kunt trainen. Er liggen boeien voor negen banen, het hele jaar door. Er zijn markeringen om de tien meter en om de 250 meter. Plus er is een honderdmeterlijn voor de finish, zodat je ook je eindsprint goed kunt trainen. Dat is heel fijn voor ons. Het ontbrak eerst nog aan een markering voor de 200 meter, wat ook een officiële afstand is bij ons, maar daar hebben ze inmiddels ook een paaltje in de grond geslagen.”

Volledige training

“Ik train twee keer per dag op de WAB. Ja, dat is veel. We kunnen hier onze volledige training doen: varen, hardlopen, krachttrainen. Het enige dat er niet is, is een zwembad. Core stability trainen we in het krachthonk, waar ook ergometers staan.”

Privileges

“Als je ergens zo vaak traint, wordt het echt een honk. De vaste medewerkers van de WAB dragen bij aan dat thuisgevoel. Ze kijken er niet van op als wij in de gang op de grond liggen te stretchen. En ze denken met ons mee, bijvoorbeeld wanneer wij kunnen trainen als er een evenement is. Dat zijn de kleine privileges die je hier hebt.”

Wc-papier

“Als je terugkomt van een training open je de botenloods met een code, dus je hebt geen gestuntel met sleutels in je boot. De kleedkamers zijn fris, met schone douches en wc’s. Het lijken kleine dingen, maar als je hier de hele week bent, dan maakt het verschil of ergens wc-papier hangt. Je weet gewoon dat je het schoon aantreft, en dat heb je echt niet op elke roeibaan. Wat dat betreft heeft de WAB het wel echt voor elkaar.”

Studieruimte

“Tussen trainingen door zit ik in het restaurant in het hoofdgebouw te studeren of te werken in de studieruimte. Ik volg de premaster Orthopedagogiek aan de Erasmus Universiteit en werk onder andere als ambassadeur voor studenten met een functiebeperking. In de studieruimte kan ik rustig videobellen, dat is ideaal.”

Buitengebied

“Je tilt je boot heel makkelijk over naar de wateren rond de WAB. Dat is leuk, maar ook handig als er bijvoorbeeld een wedstrijd is en het is druk, want dan vind je alsnog een rustig plekje in het buitengebied. Als het Sportcafé van de WAB open is, halen we daar lekkere koffie. Dan zijn er ook roeiers en fietsers die langskomen. Soms zijn er ook trainingskampen, maar er is hier genoeg ruimte voor iedereen. Of er ook minpunten zijn? Iedereen die de WAB kent weet dat er wind staat. Maar eerlijk gezegd maakt dat je extra weerbaar, want voor wind en golven ben ik niet bang meer.”