Van bureau naar badrand
Spreadsheets en spetters
Het is wel even wat anders: van elke dag spreadsheets invullen achter je computer naar kinderen lesgeven in het water. Joyce (46) had een echte bureaubaan als financial auditer bij de gemeente Rotterdam: “Sinds 2020 heb ik mijn collega’s alleen nog digitaal gezien, ik had elke dag alleen mijn computertje en mijn spreadsheets tegenover me. Ik werd er heel ongelukkig van en dacht, dit kan zo niet langer.’
De overgang naar het zwembad was voor Joyce minder groot dan je misschien denkt. “Ik geef zwem, loop- en fietstraining bij Triathlonvereniging Dordrecht. Ook train ik kinderen die wedstrijdzwemmen. Zelf sport ik als triatleet ook meerdere keren per week.”
Moet je dan heel sportief zijn om zwemdocent te kunnen worden?
“Nee,” maakt Joyce direct duidelijk. “Natuurlijk moet je wel fit zijn, want je staat de hele dag op je benen. Maar je hoeft geen topsporter te zijn. Enthousiasme, energie en sociale vaardigheden zijn belangrijker. Vooral als je kinderen lesgeeft.”
Werken met kinderen
Patric (38) had al een baan waarbij hij de hele dag op zijn benen stond. Hij was beveiliger, maar het harde optreden dat erbij hoort past niet zo bij zijn persoonlijkheid. Patric: “Hier in het zwembad ben ik veel meer mezelf. Vroeger begeleidde ik tienerkampen en dat vond ik superleuk. Maar ik had niet gedacht dat ik daar ooit mijn werk van zou kunnen maken. Met mijn jobcoach stuitte ik op de vacature voor zwemonderwijzer. Ik ga niet graag naar school, ik wil de praktijk in. Dit beroepsbegeleid leertraject sluit er perfect bij aan. Mijn eerste indruk was dat ik dit wel leuk zou vinden. En ik kan nu wel zeggen: dit is mijn leukste baan ooit.”
“De kinderen een overwinning op zichzelf zien maken, dat vind ik het mooiste,” legt Patric uit. “Dat je een kind dat moeite heeft met duiken stap voor stap helpt, zodat hij na een paar weken hetzelfde kan als de andere kindjes in zijn groep. En dat hij dan naar me toekomt en zegt: ‘Meester, dank u wel, nu kan ik het, kijk maar!’. Dat is gewoon heel leuk.”
Zij-instromers
Als je al een aantal jaar werkervaring in een ander vakgebied hebt, dan is dit traject heel geschikt om je te laten omscholen. Het traject duurt één schooljaar: van september tot en met mei. Je krijgt een salaris terwijl je werkt en leert. Je volgt een mbo-2-opleiding en dat betekent dat je veel praktisch bezig bent, maar ook één middag per week naar school gaat. Je doet examen in de vakken Nederlands, rekenen en burgerschap. Je kunt vaak vrijstelling krijgen voor deze vakken als je al een opleiding op mbo-2-niveau of hoger hebt behaald. Als je het traject succesvol hebt afgerond, krijg je gegarandeerd een baan. Dat kunnen we aanbieden omdat we hard zwemonderwijzers nodig hebben op dit moment.
Eerlijk is eerlijk, het blijft een switch en dat is soms even wennen. Voor Joyce was het bijvoorbeeld een stap terug in salaris: “Maar ik kies bewust voor iets anders,” zegt ze. “Als ik vroeger een financieel rapport inleverde dan zag het er supergelikt uit, maar niemand werd er blij van. Nu komt er soms een leerling die zegt: dit was de allerleukste les ooit. De waardering die ik van de kinderen krijg is geweldig. Ik heb weer plezier in mijn werk.”